dinsdag 8 oktober 2024

Wire 154 en dansnummer 9

Via onontkoombare pushmeldingen (ze weten je tegenwoordig altijd en overal te vinden) werd ik afgelopen maand gewaar dat (de blijkbaar altijd nog bestaande) Muziekkrant Oor onlangs een Postpunk top 100 albumlijst heeft samengesteld. (Pop)muziek is al lang niet meer de belangrijkste zaak in een mensenleven, zelfs - op het incidenteel bekijken van een YouTube muziekfilmpje uit lang vervlogen tijden na - geen bijzaak, het bezoeken van een concert laat staan het beluisteren van een laatste sensatie is er al heel lang niet meer bij, en de platenspeler en langspeelplaten staan na een verhuizing van een half jaar geleden nog altijd diep opgeborgen in dozen.

Desalniettemin: als trouwe lezer van de Oorkrant eind jaren zeventig/begin jaren tachtig en muzikaal product van dat tijdsgewricht, was mijn nieuwgierigheid gewekt. Het eerste wat intrigeerde was de term postpunk. Betrof het alleen de periode na de punkexplosie van de jaren '76 en '77? Nee, las ik, dat zat anders. De lijst bleek albums te bevatten uit alle decennia vanaf dat moment, tot ver in deze eeuw, ja zelfs anno 2024 begreep ik wordt er spiksplinternieuwe postpunk geproduceerd en aan de man gebracht, en geen slechte ook volgens de tegenwoordige OOR-deskundigen gezien de notering van drie opnames uit het huidige jaar. Welke de criteria van die postpunk waren, bleef mij echter duister en zijn eigenlijk niemand helder. Of zoals ik ergens las: 'Postpunk is een containerbegrip geworden voor alles wat een gitaar vasthoudt en mistroostig uit de ogen kijkt'.

De top-100 lijst kent trouwens 154 titels. Naast de eerste honderd heeft men er 54 op een 'reservebank' geplaatst. Wellicht omdat men vond dat er buiten die honderd meer waren die een vermelding verdienden, maar de belangrijkste aanleiding was zonder meer de nummer 1 van de lijst: het album 154 uit 1979 van de Engelse groep Wire. Maar wacht eens even, zat die LP niet in mijn eigen platenverzameling? Zeker weten. 

Op een druiligere zondagmiddag realiseer ik me dat niets mij tegenhoudt de bijna vijftig jaar oude draaitafel uit de mottenballen te halen en aan te sluiten op de versterker die al wel geïnstalleerd staat als geluidsbron voor de televisie. Vervolgens til ik de bovenste doos van een van de twee stapels archiefboxen, welke tijdelijk dienstdoen als geluidsboxenstandaard. Wat een toeval: bij opening van de eerste de beste box kom ik de gezochte plaat meteen tegen. Dat niet alleen, ook de voorloper Chairs Missing - het tweede album van de heren Wire en ook geen misselijke plaat gezien positie 36 op de OOR-lijst - trek ik tevoorschijn. Hier rust een zegen op.


Alles is er klaar voor, de Thorens pickup maakt de woorden van de toenmalige verkoper dat het ding minstens een half mensenleven mee zou gaan, zonder enig morren waar. Hoe lang was het geleden dat ik een van deze twee platen erop had gelegd? Zeker dertig jaar en waarschijnlijk dichter bij de veertig. Zou ik het nog herkennen, wist ik nog hoe het klonk? 

Bij de allereerste tonen al is er het antwoord op die vraag. Ik kan elk detail dromen, op bijna elke muziekmaat weet ik wat er volgt, de tekstflarden die ik destijds kende klinken nog even vertrouwd in de oren. Geen enkel nummer uitgezonderd. Wonderlijk hoezeer muziek zich blijkbaar muurvast kan zetten in iemands brein. Veertig jaar later! (Mensen, mocht Alzheimer ooit toeslaan, laat me een willekeurige plaat uit mijn oude verzameling horen...)


Ook Chairs Missing beluister ik met eenzelfde aha-erlebnis geheel terug. Zeker niet slechter dan 154. Het was moeilijk kiezen voor het nummer dat ik hier zou plaatsen. Ik hield het op het eerste van kant 2 van 154, A mutual friend.

Ik moet de Wire platen veel gedraaid hebben, meer dan ik had ik gedacht. De reden van dat laatste: de groep behoorde nooit tot mijn echte favorieten. Na het eerste feest van herkenning keert bij de tweede en derde beluistering ook dat gevoel terug. Lang niet elk nummer kan me bekoren. Meer nog, er zitten er bij die me ronduit irriteren. Dat was toen zo, realiseer ik me bij herbeluistering, en nu precies weer zo.

Terug naar de top 100 lijst. Van de eerste zeven zitten er behalve 154 nog vier andere titels verstopt in mijn archiefboxen. Voorwaar geen slechte score! Verderop in de lijst tref ik er nog eens een kleine vijftien aan. Wire had op mijn top 100 een stuk lager gestaan. Echo & The Bunnymen, met meerdere albums, met stip in de top vijf. Talking Heads idem dito. Maar zie daar al waar het wringt, is dat postpunk? Ach, toen in die beginjaren ging dat zo, was het geen punk, dan heette het wel new wave. Het gold zelfs voor de Dire Straits (zonder enige gekheid, in 1978 zag ik het bandje met net een eerste hit op zak live in Huize Maas, ten bewijze dit artikel...). Anderzijds lijken er namen op de lijst te ontbreken. Waar bijvoorbeeld zijn The Cramps? De B-52's? En is Nirvana dan geen postpunk? Pearl Jam? Ah, ik begin er al meer van te snappen: een gitaar vasthouden met een mistroostige blik in de ogen mag dan een voorwaarde zijn, zodra je er een miljoenenpubliek mee bereikt is het geen postpunk meer...


Behalve Wire rolden er natuurkijk nog andere LP's uit die ene doos. Een ware mengelmoes: van Genesis' The Lamb Lies Down on Broadway tot Johnny Thunders. Ook twee exemplaren van Philip Glass: Koyaanisqatsi en Dancepieces. Ze dateren van een jaar of vijf later toen mijn interesse zich tot klassiek en zelfs opera had uitgestrekt. De minimal music van Glass vormde de perfecte middenweg tussen klassiek en pop.

De plaat met die onuitsprekelijke titel bevat de filmmuziek van de gelijknamige (woordloze) film, de muziek even hypnotiserend als de beelden. Ik zag in die tijd in Amsterdam een onvergetelijke live-uitvoering door het ensemble van de componist met hemzelf achter de toetsen en de film geprojecteerd op de achtergrond. 

Mijn oog viel echter meer op die andere plaat, eentje die ooit een tamelijk willekeurige aankoop moet zijn geweest en waarvan de titel Dancepieces me eerlijk gezegd nauwelijks iets zei. Wat wel in mijn hoofd zat was dat ik de muziek erop had leren kennen als minstens zo bijzonder als Koyaanisqatsi. Maar hoe en wat precies ook al weer?

De oplossing lag voor de hand: na Wire legde ik ook Dancepieces op de draaitafel. Ook daar meteen herkenning maar niet de euforie die ik verwachtte. Tot het einde van plaatkant 1. 


Alle twijfel weg, mysterie opgelost, dit was wat me destijds bij de keel gegrepen had. Toen, en nu weer. Op achterkant van de hoes lees ik de titel van het acht minuten durende stuk, op zijn 'minimals': Dance IX. Beluister en huiver. De melodieën, de ijle zang, de opzwepende ritmes, de voortdurende climax die maar niet tot eind lijkt te willen komen. Nee, na het deprimerende Wire was dit een welkome opkikker. En een schitterende hernieuwde kennismaking. Met dank aan de top 100 postpunklijst van Muziekkrant OOR.

De dag na de eerste kladversie van dit artikel waarvoor ik driftig gegoogeld had op Philip Glass, krijg ik op mijn telefoon een pushmelding met een kop uit het Nieuwsblad van het Noorden: Koyaanisqatsi blijft ook na 40 jaar indringend, maar waarom moet die muziek zo hard? Huh? Vol ongeloof speur ik verder op het internet. Het blijkt echt waar. Nog geen week geleden werd in er mijn eigen woonplaats een reprise opgevoerd van precies datzelfde concert als van veertig jaar geleden in Amsterdam. Hier, naast de deur. Volledig gemist... 

Zonde, niet onwaarschijnlijk eeuwige zonde. Dat komt ervan als je de actualiteit niet meer volgt. Al bewijst het ook de kinderschoenen waar AI nog in staat. Immers, een beetje algoritme had me van tevoren toch even een meldinkje gestuurd? Enfin, misschien beter dat de techniek nog niet zo ver gaat. Ik ga vanaf nu zelf maar weer eens beter opletten.

dinsdag 23 januari 2024

Melanie


Melanie †, hier met Lay Down, een van haar vele hits uit begin jaren zeventig:



Ik herinner me het nummer als de dag van gisteren. Het was mijn kennismaking met Melanie. Niet zomaar, want een beetje heus verliefd op die mooie zangeres. Nu ik deze fantastische opname voorbij zie komen, vermoed ik dat dat met die Voor de vuist weg uitzending van Willem Duys begonnen moet zijn (voor de jonge lezers: een van eerste, zoniet allereerste talkshow op de Nederlandse TV,  al bestond die term toen nog niet). Blijkbaar van 1970. Ik was twaalf toen...

In de jaren erna daalde het liedje in mijn achting. Te makkelijk, nogal schreeuwerig, commercieel! Een vies woord. 

Maar zie haar hier toch eens tekeer gaan. Samen met die Edwin Hawkins Singers. Geweldig!  

Al zeg ik het zelf: ik had best een goeie smaak...

NB: Let niet (of juist wel) op dat wonderbaarlijke vijftigplus publiek. Even verschrikkelijk als vermakelijk.

--------------------------------

Het filmpje is kennelijk ook buiten onze grenzen bekend:

 
Dit is niet minder genieten...!

 
Dit stel geniet samen...

Genieten doen ze allemaal, deze hiphopper valt daarbij ook het suffige publiek aan het eind op :-) 

Ach, en deze is erg snoezig, spoel beter meteen door naar een minuut of zestien...
 


woensdag 12 juli 2023

Rammstein en Wagner

I. Intro

De Volkskrant kent sinds enige tijd een klassieke muziekrubriek die wekelijks in het kort de belangrijkste werken van een bekende componist behandelt. Die van 1 juli ging over Richard Wagner (1813-1883). In de inleiding maakt de schrijver zich vrolijk om de verwarring met die (dat) andere Wagner, de militiegroepering die een week eerder in Rusland een staatsgreep leek te willen plegen. Als de krant schrijft over Het weekend van Wagner, grapt hij: inderdaad, hoe zou zijn weekend zijn geweest? Of, wanneer de analyse is dat 'zowel het Kremlin als Loekasjenko baat kunnen hebben bij een tweede leven van Wagner' is zijn reactie: ja, duh, wie niet?

In de digitale versie van het artikel zijn Spotify fragmenten van de componist Wagner aan te klikken. Ik deed het met plezier, wat een muziek was dat toch! Maar vooral, wat was het lang geleden dat ik het hoorde. Terug naar hoe het begon.

II. Der Ring des Nibelungen

Het was in de beginjaren tachtig dat de VPRO in vier avondvullende afleveringen de complete Ring des Nibelungen, het magnum opus van Richard Wagner, op de televisie uitzond. Het moet 1982 of 1983 zijn geweest, het was in elk geval in de zomerperiode en vermoedelijk steeds op de zondag.

Der Ring des Nibelungen is een opera in vier delen met een gezamenlijke lengte van liefst vijftien uur. Overweldigende muziek, lyriek, toneel, drama, enorme decors, kostuums, ontelbare personages, vol van oude Germaanse mythologie, dieptepsychologie, moord en doodslag, liefde, haat en verraad, en nog veel en veel meer. Kortom, een spektakel, al zal dat woord in de negentiende eeuw nog niet zijn gebezigd. Wagner gaf er de benaming Gesamtkunstwerk aan.

De uitgezonden registratie van de Ring werd gedirigeerd door Pierre Boulez, zijn naam is nooit uit mijn geheugen verdwenen. Op internet achterhaal ik de andere persoon die er nauw aan verbonden was, ook zijn naam herken ik: Patrick Chereau, regisseur/producent. De twee waren verantwoordelijk voor een moderne enscenering van De Ring die aanvankelijk hevig bekritiseerd werd maar uiteindelijk alom bejubeld.

Hoe ik ertoe kwam de cyclus in zijn geheel te volgen weet ik niet precies meer. Popmuziek stond centraal, al was ik van huis uit niet onbekend met klassiek. Dat de VPRO de verantwoordelijke omroep was zal zonder twijfel een rol gespeeld hebben, ik vermoed zelfs een doorslaggevende.

Ik herinner me goed dat het begin niet tegenviel. Sterker nog, het intrigeerde vanaf de eerste minuut, het moet dat begin zijn geweest dat nieuwsgierig maakte naar meer, misschien wel de hele Ring. Op internet zijn van de Boulez/Chereau produktie veel fragmenten te vinden, het eerste deel Das Rheingold zelfs compleet (inclusief ondertiteling die helaas in het Engels is in plaats van het Duits). 


Bovenstaand filmpje bevat de prelude van Das Rheingold. De langzaam aanzwellende klanken die de Rijn moeten voorstellen zijn meteen raak. Wagner staat bekend om zijn techniek muzikale motieven  te verbinden aan personages, voorwerpen, gebeurtenissen e.d., welke verspreid over het hele werk voortdurend terugkeren: Leidmotiven, de Ring zit er barstensvol van. De opkomst en hemelse zang van de drie Rheintöchter is verrassend aangenaam. Is dit opera? Opera is toch heel zwaar en langdradig? Maar dit niet, dit klinkt gewoon prachtig! 

Het decor blijkt nu ik het terug zie anders dan ik dacht. Geen stromende Rijn met daarin de Rijndochters als zwemmende nimfen, maar een massieve industriële constructie waarbovenop de schoonheden heen en weer dartelen. Ah, dat is waar ook, de regie was vooral zo omstreden omdat die vanuit een links, ja zelfs marxistisch perspectief zou zijn opgediend. Hm, ik heb dat nooit goed kunnen vatten, muziek en libretto stonden immers vast, en voor de rest was het vooral veel oude mythologie; maar ik ben dan ook geen expert. Wel vallen mij nu de allereerste beelden op van wat een vijftien uur durende voorstelling zou gaan worden: een steeds dichter wordende walm van rookwolken... het zijn neveldampen die opstijgen vanuit het beneden gelegen Nibelheim.

Het Nibelheim (waarin het woord nevel terug te vinden is) is het rijk van de Nibelungen, een ondergronds levend dwergengeslacht. Hun aanvoerder is de lelijke Alberich. Hij bezwijkt voor de verleiding die de nimfen hem voorspiegelen: hij kan over het goud van de Rijn beschikken om daaruit een ring te smeden die de bezitter almacht geeft over de gehele wereld, mits... mits hij de liefde afzweert. Alberich slaagt erin de ring te smeden. Het startsein van een oneindige reeks van dramatische gebeurtenissen en verwikkelingen, teveel om hier te verhalen.


Uit Rheingold nog wel een scene (34:00) met twee personages die de meeste indruk op me maakten: de reuzen Fasolt en Fafner. Hoogstwaarschijnlijk vooral vanwege de nooit opgeloste kwestie hoe deze meer dan drie meter hoge gestalten zo levensecht vorm gegeven waren! Maar niet alleen dat, ook muzikaal is het genieten, gewoon uit volle borst met die prachtige basstemmen meezingen, dat is het devies. Tussen twee haakjes, hoor hoe de twee broers onder stampende orkestklanken op het toneel worden geïntroduceerd, Wagner ten voeten uit om zo te zeggen.

Duidelijk mag zijn dat het Wagnervirus al bij de eerste aflevering toesloeg. Hoe en waar ik de andere drie delen zag en onderging, ik heb er geen weet meer van, zelfs durf ik mijn hand er niet voor in het vuur te steken dat ik het allemaal van begin tot eind uitzat.


Wel is zeker dat ik niet veel later een platencassette kocht met de complete Ring: achttien langspeelplaten, dat zijn zesendertig kantverwisselingen op je platenspeler bij een keer luisteren (of nee, eentje minder natuurlijk: vijfendertig). Hoe vaak ik de Ring volledig afluisterde is natuurlijk onmogelijk te zeggen, wel dat ik het mezelf makkelijk maakte door vele keren achtereen de pickuparm eenvoudigweg terug te plaatsen naar het begin. Op die manier leerde je het gehele werk ook kennen, misschien wel beter. Waar weer bij aangetekend dient te worden dat ik misschien nog geen tiende van de Ring ooit heb doorgrond.

We gaan er nu wat sneller doorheen. Het bekendste stuk van de Ring is ongetwijfeld te vinden in het tweede deel Die Walküre, en daarvan het begin van akte drie: de Walkürenritt.


Deze schitterende registratie is van een veel latere produktie (2011). De Walküren, strijdgodinnen en dochters van oppergod Wotan, verzamelen gezeten op hun paarden (stijgerende glijbanen!) de lichamen van gevallen strijders op het slagveld. Vergis je dus niet in de lieflijkheid van het schouwspel, merk bijvoorbeeld de karkassen op die de dames opbergen in de door hen meegebrachte jutezakken; nee, Wagner wist er wel raad mee.


Een zijspoor: het muziekfragment werd gebruikt in een al even beroemde filmscene uit de Vietnamfilm Apocalypse Now. De paarden zijn hier veranderd in aanvliegende helikopters.

Aan het eind van deel twee wordt Walküre Brünnhilde door haar vertoornde vader Wotan veroordeeld tot een eeuwige slaap op een met vuur omringde rots. Slechts degene die geen vrees kent, zal toegestaan zijn Brünnhilde te wekken en te veroveren.

Hoofdfiguur in het naar hem genoemd derde deel is de held Siegried. Inderdaad, hij is degene die na veel avonturen Brünnhilde uit haar slaap weet te wekken. Natuurlijk kan dat niet goed blijven gaan. Een breed uitgevoerde apotheose met weer allerlei nieuwe personages, verhoudingen en onbegrijpelijke verwikkelingen vindt plaats in deel vier de Götterdämmerung (Godenschemering). De prijs die Siegried heeft moeten betalen voor de verovering van Brünnhilde, is dat hij vanaf dat moment de vrees heeft leren kennen. Siegfried wordt gedood.


Een van de vele hoogtepunten, zo niet het absolute, is de erop volgende Trauermarsch (3:33:03). Andermaal een zijspoor: Siegfrieds treurmars wordt aan het eind van  de oorlog door de Duitse radio uitgezonden bij de bekendmaking van Adolf Hitlers dood. Alleen een grootheidswaanzinnige haalt het in zijn hoofd Siegfrieds Trauermarsch bij zijn begrafenis ten gehore te willen brengen. Zo bezien was het een passende keuze.


Overigens duurt het nog anderhalve plaatkant voordat het echt klaar is. Het slot is niet minder indrukwekkend (3:57:10). Brünnhilde met de vermaledijde ring om haar vinger laat een brandstapel voor haar (overspelige, dat wel) geliefde maken, brengt die tot ontbranding en springt er vervolgens zelf met paard en al achteraan. De Rheintöchter (daar zijn ze weer!) weten de de ring uit het vuur te redden. Het kan de totale ondergang van de goden niet voorkomen, ook hun paleis - het Walhalla - gaat in vlammen op. Hoor hoe virtuoos Wagner de vele Leitmotiven achterelkaar terug laat komen. Na vijftien uur eindigt de opera zoals die begon, zij het nu niet met neveldampen maar in opgaande rook.

III. Rammstein dag 1: buiten de hekken

We schrijven 6 juli 2023. De dag van het eerste van twee optredens van de Duitse metalband Rammstein in het Groninger Stadspark. Zanger en voorman Till Lindemann is in de voorafgaande maanden in opspraak gekomen door beschuldigingen van seksueel overschrijdend gedrag c.q. misbruik. Het heeft geen invloed op de enorme belangstelling voor het mega-evenement. Andere hobbels, met name het protest tegen de overschrijding van de geldende Groningse geluidsnorm van 100 decibel, zijn pas op het laatste moment genomen. Rechters veegden een dag eerder de bezwaarschriften van natuurorganisaties zonder pardon van tafel, hetgeen niet indruk weg kan nemen dat in eendrachtige samenwerking met de autoriteiten een oogje toegeknepen is. Geen mens die er om maalt.

Het Stadspark ligt op een kilometertje afstand van mijn bovenwoning en ongetwijfeld zal ik er van kunnen meegenieten. Dat laatste is niet sarcastisch bedoeld. Hoewel geen kenner laat staan speciale fan, ben ik wel bekend met enkele nummers van de groep, bovendien is de heavy muziekstijl er een die mij zeker kan bekoren. Niet genoeg dus om een kaartje proberen te bemachtigen (naar ik later begrijp waren de twee concerten vorig jaar september in een mum van tijd uitverkocht), maar wel om de ramen wijd open te zetten.

Als het concert een kwartier onderweg is, besluit ik nog wat verder te gaan. Met een mega-event naast de deur is het zonde niet iets van de sfeer mee te pakken. En op een mooie zomeravond een wandeling rond het park onder genot van een pittig stukje muziek: nooit weg.  


De centrale toegangsweg van het Stadspark is tot mijn vreugde niet afgesloten zodat ongehinderd de ingang van de drafbaan te bereiken is. Het geluid van de groep komt nader en naderbij, vooral ook harder en harder. Wat zijn dat voor hoge dingen daar aan de andere kant van de omheiningen rechts van de entree? Naar schatting dertig tot wel veertig meter hoge constructies die ik niet thuis kan brengen. Stonden die hier altijd al? Ik pijnig mijn hersens. Nee toch? Of is dit... huh...? Pardon? Jawel, het kan niet anders, dit moeten stellages zijn die bij het Rammstein podium behoren. Niet alleen stellages trouwens, ik zie enorme hoog de lucht instekende torens. Absurd gewoon haha. 

Het podium is dus aan de lange zijde van de drafbaan opgebouwd, stel ik vast. Ha, grinnik ik bij mezelf, natuurlijk, het zal wel niet gepast hebben aan de korte zijde van het grote veld. Vierentwintig jaar geleden was ik op deze locatie bezoeker van het legendarische Rolling Stones concert. Het podium stond bij hen aan de korte zijde. Het publiek moest van soms honderden meters afstand in een soort van pijpenla toekijken naar de verrichtingen van de oude rockers. Ik loop zo ver als mogelijk is naar de terreinafscheidingen, op mijn tenen staand zie ik aan de tegenoverliggende lange zijde en ombuigend naar de zijkanten hoge volgepakte tribunes. Slim gedaan, bedenk ik me, zo geef je aanzienlijk meer mensen de kans van kortere afstand het concert te volgen. Ondertussen is het volgende nummer door de band ingezet. Bij de hardste passages druk ik zelfs hier buiten de hekken mijn oren even dicht. Dit alles hier is mega, gaat voorbij aan alle grenzen. Vergeleken met dit was dat concert van toen, van die grootste rock 'n rollband aller tijden, kinderspel.

In een flits dringt de associatie zich onverbiddelijke aan mij op: dit is Wagner, dit is een Gesamtkunstwerk. De massieve geluidsmuur, het immense decor, de mensenmassa, het theatrale, het bombastische, de grootsheid, de megalomanie zo je wilt, de grommende Duitse taal waarin de teksten over de luisteraar worden uitgeslingerd... Zeker, de overeenkomstige taal maakt de parallel een makkelijke. Maar los van de taal, en of je het mag zeggen of niet: het is vooral allemaal... zo Duits... Duits zoals alleen Duits kan zijn. Wagner kon alleen maar Duits zijn, Rammstein kan alleen maar Duits zijn.


Na een kwartiertje besluit ik het park verder rond te lopen in de hoop van de zijkant het spektakel nog beter mee te maken. Ik ben niet de enige, het geluid is perfect en bij de invallende duisternis zijn zelfs glimpen op te vangen van een van de podiumschermen. Een gratis zomeravondconcert, wat wil een mens nog meer? Na wat de laatste tonen lijken, wacht ik voor de zekerheid nog een minuut of tien, maar het is nu toch echt afgelopen. Ik kom terecht in een stroom van vertrekkende bezoekers alsof ik een van hen ben. Thuisgekomen google ik tussen het ene na het andere Rammstein filmpje door stiekem op mogelijke aangeboden kaartjes voor het concert van de volgende dag. Ik vind wel iets maar wijs het idee als onrealistisch van de hand.

IV. Rammstein dag 2: binnen de hekken

7 juli 2023. Ik word wakker met de gedachte aan die site waarop Rammstein kaartjes aangeboden werden. Bij het opstaan zoek ik die weer op en lees de kleine lettertjes eens goed na. Het ziet er eigenlijk heel erg degelijk en betrouwbaar uit. Mensen die om welke reden dan ook van hun kaartje af willen, bieden die voor een zelf te bepalen prijs aan, de positie van het aangeboden toegangsbewijs (vrij of geplaceerd) wordt door de site visueel exact aangegeven, de site treedt ook op als tussenpersoon en verzorgt tegen een provisie van 5% de betaling, verkoper en koper blijven anoniem, onderling contact is uitgesloten; ook is er geen mogelijkheid tot bieden, waardoor de prijzen niet veel hoeven te verschillen van de oorspronkelijke (ze zouden zelfs, hoe dichter op het aanvangstijd, goedkoper kunnen uitvallen). Wat is eigenlijk het probleem? 

Ik heb 's ochtends eerst een afspraak en een boodschap te doen. Wat me niet belet in die uren een besluit te nemen. Als ik thuis kom maak ik een account aan, ik kan kiezen uit wel tien tribuneplekken. Gewaarschuwd voor het voorspelde geluidsniveau klik ik op een plaats het verst weg van het podium. Om 12.47 uur zit het ticket als PDF in mijn mailbox.


De tijd die resteert besteed ik aan het beluisteren van te verwachten Rammstein nummers aan de hand van de setlist die de avond eerder al op internet verscheen. En het kopen van de bijna laatste in Groningen verkrijgbare oordopjes... Zes uur later sta ik in afwachting van de dingen die komen gaan op het festivalterrein.


Rammstein wordt opgericht in 1994 in Berlijn. De zes leden groeiden op in de voormalige DDR (Oost-Duitsland), uit die tijd kennen ze elkaar van verschillende bandjes. Een gedeelde voorliefde voor compromisloze harde gitaarmuziek brengt hen samen, de stijl die de band ontwikkelt is een mengsel van metal, techno, dance e.d. Opmerkelijk is de hechtheid van wat een vriendenclub lijkt te zijn: de samenstelling heeft zich tot op de dag van vandaag niet gewijzigd.

Een internationale doorbraak dankt de groep aan enkele muziekflarden in de vervreemdende film Lost Highway uit 1997 van David Lynch (vooral bekend van de tv-serie Twin Peaks). In de elektronische beginklanken is frappant genoeg een helikoptergeluid terug te horen. 


Wie Rammstein zegt, zegt Till Lindemann, de onbewiste blikvanger en leider van de groep. De man dost zich bij voorkeur zo lelijk en angstaanjagend uit als maar mogelijk is (deze foto is tamelijk flatteus). Ondersteund door harde metalklanken voert hij zijn toneelstukjes op: de inhoud van een reuzenkinderwagen dreigt hij onder manisch geschreeuw bij voortduring het hoofd af te hakken (Und dann reiß ich der Puppe den Kopf ab), getooid met koksmuts en slagersmes tracht hij een collega-bandlid in een kookpot levend te verbranden (Mein Teil), er zijn taferelen waarbij diezelfde collega (toetsenist Flake, die kennelijk graag de rol van pispaal vervult) door Lindemann kruipend aan een halsband over het toneel getrokken wordt en zelfs een gespeelde verkrachting door zijn baas moet ondergaan, en aan het eind van de show neemt hij plaats op een zogeheten peniskanon om daarmee de schuiminhoud over de voorste rijen uit te sproeien. Het zijn al jaren vaste attracties in de show. Opvallend: juist de seksueel getinte acts zijn, zonder twijfel niet toevallig, in deze tour geschrapt. Gevraagd naar de achtergrond van zijn bizarre podiumgedrag verklaarde Lindemann ooit met een knipoog: 'Zingen beslaat nog niet de helft van een optreden. Ik wist niet wat ik tussendoor moest zeggen of doen, verveelde me. En dansen kan ik niet. Dus bedacht ik wat anders.'

Overheersend element in het Rammsteintheater is echter het aldoor aanwezige vuur. Al vanaf het begin van hun carrière experimenteert de groep met vuur op het toneel. Na enkele (bijna)ongelukken pakt men de zaak serieuzer aan. Professionals op het gebied van pyrotechniek worden in dienst genomen. Lindemann zelf laat zich opleiden tot een volleerd pyrotechnicus. Geen nummer eigenlijk waarin het vuur of rook ontbreekt.


Mijn tribuneplaats bevindt zich naar schatting meer dan honderd meter van het podium. Te ver om de details van de show waar te nemen. Temeer daar de beelden op de (vreemd genoeg) vrij kleine projectieschermen zeker zolang het licht is slecht te onderscheiden zijn; het enige minpunt van de voorstelling. Maar voor het zicht op de vuurspuwende torens, waarvan een aantal tussen het publiek opgesteld staan, is het de perfecte plek. Verbluffend hoezeer elke ontploffing en ontbranding volstrekt in cadans is met de muziek. Het Duitse perfectionisme laat zich hier gelden. Overigens, wie mocht denken dat het vuur op de een of ander manier nep is, niets is minder waar. Bij het gelijktijdig ontbranden van de torens is gedurende enkele seconden een warme gloed op mijn zitplaats duidelijk voelbaar. 


Niet minder vuur is er op en rond het podium. Niet alleen Lindemann is er mee in de weer, ook de overige bandleden dragen hun steentje bij. De twee gitaristen schieten met de op hun instrumenten gemonteerde vuurwerpers meterslange salvo's over het toneel. Ofwel ze worden door Lindemann bijkans in brand gestoken. Grootste durfal is uiteraard de vuurkunstenaar zelve. Zie hoe hij zichzelf met podiumvullende halo's volledig in vlam zet. Richard Wagner zou zijn vingers er bij aflikken.

Rammstein
Ein Mensch brennt
Rammstein
Fleischgeruch in der Luft
Rammstein
Ein Kind stirbt
Rammstein
Die Sonne scheint

Ook Lindemanns gezwollen taalgebruik zou de goedkeuring van zijn negentiende-eeuwse voorganger weggedragen hebben. Al houdt de Rammstein zanger het ook wel eens eenvoudiger en luchtig, zoals in de hit Du hast. Altijd nam ik aan dat de titel, gezien de reputatie van de groep, als hasst (met dubbel s oftewel haat) gespeld moest worden, maar dat zit blijkbaar anders:

  
Du
Du hast
Du hast mich

Du
Du hast
Du hast mich
Du hast mich gefragt
Und ich hab nichts gesagt

Lachen is er weliswaar niet bij in het Lindemann-universum, maar de anticlimax van de laatste regel werkt na de spannende opbouw erg op de lachspieren (13-07-2023: de tekst blijkt wel degelijk dubbele betekenissen te bevatten SJ).

Du hast moet om nog een andere reden worden genoemd. Kijk bij seconde 0.10 of nog beter bij 0.22. Onze held voert er de zogenaamde Till Hammer op: half gebogen beukt hij op het ritme van de muziek als een waanzinnige met de rechtervuist op zijn bovenbeen. Op internet wordt zelfs de vraag gesteld wat het beste Till Hammer jaar is. Ik moet echter onmiddellijk denken aan Alberich uit de Ring.


Net als de dwergenhoofdman lijkt Lindemann op een smerig ondergronds levend wezen. De Till Hammer doet daar nog een schep bovenop: het is als Alberich die bij het smeden van de almachtige Ring met zijn hamer op het aambeeld slaat. Wagner wist dit geniaal te vertalen in de muziek (1:07:57).

Je zou het bijna vergeten, maar er werd ook nog gemusiceerd. En hoe! De muziek mag dan metalrock heten, monotoon is het zeker niet, juist vaak erg melodieus, wat waarschijnlijk mede de brede populariteit van de groep verklaart. Pure metal is het trouwens evenmin. Synthesizer en zelfs piano spelen een nadrukkelijke rol. Daarnaast brengt de groep veel langzame composities ten gehore zoals het gedragen Zeit en de gevoelige ballade Ohne Dich. Maar wat het karakter van het nummer ook is, altijd wordt het even strak en zwaar gespeeld. De diepe basstem van Lindemann doet de rest. En het geluid, hoe hard ook, is glashelder; elk detail is te horen.

Hier nog enkele van de wat meer bekendere nummers (in de toegift verderop staan nog enkele interessante filmpjes).

  

Elk Rammstein album bevat wel een paar controversiële titels. Dit Deutschland van het voorlaatste album maakte bij de oosterburen veel tongen los, niet in de laatste plaats door de bijbehorende clip.

Deutschland
Mein Herz in Flammen
Will dich lieben und verdammen
Deutschland
Dein Atem kalt
So jung und doch so alt
Deutschland

De tekstregel Deutschland, Deutschland über allen (geen alles!) slaat Lindemann over om die door het publiek te laten zingen... De betichting van neo-nazistische sympathieën heeft de groep ooit willen ontzenuwen met Links-2-3-4 (en dat hun hart juist links zit!). Ach, Rammstein zal er mee moeten leren leven, over de deugdzaamheid van Richard Wagners politieke denkbeelden zijn de meningen nog altijd verdeeld :-). 

 

Voor iemand die niet het zonnetje in huis wil zijn, is het opmerkelijk hoe vaak Die Sonne voorkomt in Lindemanns teksten. Hier is het meteen ook de titel.

Eins, hier kommt die Sonne
Zwei, hier kommt die Sonne
Drei, sie ist der hellste Stern von allen
Vier, hier kommt die Sonne 

Het beeld is prachtig, met die horizon waar de zon net is ondergegaan; dit is precies hoe ik het meemaakte.


Het Rammstein Gesamtkunstwerk krijgt in de European Stadium Tour een beschaafd slot met het fraaie Adieu van het laatste album Zeit.

 
Adieu, Goodbye, Auf Wiedersehen
Den letzen Weg musst du alleine gehen
Ein letztes Lied, ein letzter Kuss
Kein Wunder wird geschehen
Adieu, Goodbye, Auf Wiedersehen
Die Zeit mit dir war schön

Of het kan wedijveren met Siegfrieds Trauermarsch is aan de luisteraar (voor wie er meer van wil zien, dit is de officiële clip). Nog steeds niet het meest aangewezen vers voor bij een crematie, al acht ik diehard fans zeker tot die keuze in staat. Het geheel eindigt in een kakafonie van geluid, licht, vuur, rook en confettiebombardement. Applaus.

V. Toegift

Hieronder een serie van bijzondere concertmomenten waar in het verhaal geen ruimte voor was.

Abfahrt:

De opkomst (1:40). Frontman Lindenmann (Wotan?) daalt neer vanuit de hoogte. Zijn verlichte gehemelte wordt voortgebracht door een lampje in zijn mond waar hij ooit zijn wang voor liet perforeren. 

Wer wartet mit Besonnenheit
Der wird belohnt zur rechten Zeit
Nun das Warten hat ein Ende
Leiht euer Ohr einer Legende

Vanuit de coulissen betreden de overige vijf gehuld in rook het podium. Gitaren zetten in, de bassdrums rollen, het eerste vuurwerk knalt, het Rammlied klinkt:

Manche führen manche folgen
Herz und Seele Hand in Hand
Vorwärts vorwärts bleibt nicht stehen
Sinn und Form bekommt Verstand

Wenn die Freude traurig macht
Keine Sterne in der Nacht
Bist du einsam und allein
Wir sind hier schalte ein

Ramm
Stein
Ramm
Stein

Intermezzo:

Halverwege het concert wordt een intiem moment ingelast. Door middel van een gang (tunnel? ondergronds ;-)?) worden de bandleden naar een klein podiumpje tussen het publiek geleid. Onder begeleiding van twee pianistes wordt het nummer Engel gezongen, al snel door de fans overgenomen. 'Grap' is dat ik het intermezzo door de grote afstand volledig miste en pas op het internet tegenkwam. Wel bemerkte ik via de podiumschermen nog net iets van de scene erna.

Überfahrt:
 

Vanaf het kleine podium steken de helden in door publiek gedragen rubberbootjes over naar het hoofdpodium, een variant op het stagediven. Uh nee, ik wil niet zo ver gaan dat we hier de Rijnrivier in moeten zien... Onder kabbelende pianomuziek ontpoppen de metalmannen zich als gemoedelijke familievaders. Naar het schijnt werd Flake bij deze act ooit door het publiek gestroopt van vrijwel al zijn kleren waarna hij van verdere deelname aan dit onderdeel afzag. Blijkbaar heef hij er weer vertrouwen in, al valt wel op dat hij als enige niet fysiek handjes lijkt te geven... Overigens doet Lindemann niet aan de overtocht mee, misschien was dit tafereel hem wat al te gezellig. Anderzijds: op het grote podium zien we hem zijn kameraden een voor een hartelijk de wal ophelpen. De acteurs hebben hun menselijke kant getoond.

Abschied:


Een even onverwacht als ontroerend moment (6:06): geknield (taking the knee) neemt Rammstein afscheid van het publiek  Lindemann - geen prater inderdaad :-) - spreekt zijn enige woorden van de avond: 'Groningen, dank u wel, danke schön, dank u wel'.

Himmelfahrt:
            

Waarna het echt gedaan is (8:10). De goden keren terug, omhoog naar het Walhalla. Natuurlijk, aldaar aangekomen ontploft het laatste vuurwerk.

VI. Naschrift

12-07-2023
Tijdens het schrijven en vele googelen bleek mij (na eens de zoekterm 'Rammstein Wagner' opgegeven te hebben) dat parallellen tussen Rammstein en Richard Wagner meer gemaakt zijn (snik...). Omdat ik 1. van begin af aan precies wist wat ik wilde vertellen en 2. mij daarbij op geen enkele manier door anderen wilde laten beïnvloeden, heb ik artikelen, commentaren, inzichten dienaangaande volledig gemeden. Dat wil zeggen: tót het moment van publicatie (heden). Uiteraard ben ik razend benieuwd. Indien de moeite waard zal ik eventuele bevindingen na publicatie hieronder plaatsen.


Acht overeenkomsten tussen Wagner en Rammstein: 

Uit een blogartikel van het Vlaams Wagner Genootschap:

Een radiointerview uit 2022 met de artistiek leider van het Noord Nederlands Orkest over een gecombineerd Wagner-Rammstein concert:

Een lang artikel over ditzelfde project uit het Financieel Dagblad:

Katharina Wagner, een achterkleindochter van de meester zelf, en volgens dit artikel een fan van Rammstein:

Zonder enig idee wat deze diepfilosofische verhandeling behelst, de namen Wagner en Rammstein komen er beide driemaal in voor:

donderdag 3 december 2020

Maradona: de beste

Je kunt er eindeloos over twisten wie de beste voetballer aller tijden is: de vorige week overleden Diego Maradona, Pelé, Johan Cruijff, Lionel Messi, of nog een ander. Het mooie van voetbal is dat de sport zo oneindig rijk is dat topspelers op totaal verschillende manier erin kunnen uitblinken wat vergelijken tot een onmogelijkheid maakt. Toch kies ik voor Maradona.

Pele won driemaal de wereldtitel maar wist al die keren een Braziliaans kampioenenteam om zich heen. Cruijff, de absolute ster van het WK 1974, had wereldkampioen moeten worden, maar faalde op de beginminuut na opzichtig in de finale. Messi heeft op het belangrijkste toernooi ter wereld
nooit veel laten zien laat staan bereikt (wel veel heen en weer geslof). Maradona echter stond er als het moest, hij maakte Argentinië in 1986 in zijn eentje wereldkampioen en herhaalde dat kunststukje - het wordt wel eens vergeten - in 1990 bijna nogmaals. Met geniale acties, doelpunten, passie, energie en een enorme gedrevenheid.

Het grote Nederlands elftal van de jaren zeventig ontliep Maradona tijdens de grote toernooien op een haar. Trainer Menotti achtte de jonge Diego in 1978 te jong voor het meest grote werk, het WK, dat jaar in eigen land waar Nederland in de finale van Argentinië verloor. Wellicht had de Argentijnse coach gelijk. Ik weet nog hoe Maradona vier jaar later tijdens het WK in Spanje gefrustreerd een tegenstander in de buik trapte en met rood uitgeschakeld het toernooi moest verlaten.

Het was alles een opmaat tot het onvergetelijke optreden in Mexico 1986. In het verder niet opvallende Argentijnse team is Maradona wedstrijd na wedstrijd de dirigent, uitblinker, gangmaker en topscorer. Het verhaal van de kwartfinale Argentinië-Engeland is genoegzaam bekend. In de Falkland oorlog van enkele jaren heeft het oppermachtige Engeland de Argentijnen een gevoelig lesje geleerd. Heel het land stelt nu zijn hoop op Diego.

Na een 0-0 ruststand worden de Argentijnse gebeden in een tijdsbestek van vijf minuten verhoord. Maradona scoort met de hand maar weet het hands handig te maskeren. Diego's verklaring na afloop is briljant: het was de hand van God geweest. En zo was het. Na de scheidsrechterlijke dwaling besloot God zijn goedkeuring aan het doelpunt te geven door Maradona even later met een mythische solo vanaf eigen helft te laten scoren. Waarmee iedereen het zwijgen werd opgelegd, de Engelsen voorop. Het doelpunt van de eeuw telde simpelweg voor twee.


Waarom trouwens komt keeper Shilton hier niet boven dat 1.65 kleine mannetje uit? Er is maar een verklaring: het was niet alleen de hand van God, het was ook nog eens God die Maradona deed vliegen. Zuiver doelpunt dus! Merk tevens op dat ook de Engelse commentator zich nergens van bewust is. De sukkel denkt dat zijn landgenoten protesteren vanwege buitenspel wat het nooit kon zijn omdat de bal van een verdediger afkomstig is.

Door naar het doelpunt van de eeuw. Commentaar overbodig.


De twee doelpunten zijn zo legendarisch dat ik pas bij het zoeken naar een samenvatting van de wedstrijd tot de ontdekking kwam dat Engeland ook nog tot een doelpunt was gekomen en de eindstand dus 2-1 was en niet 2-0. Maradona scoort ook twee keer in de halve finale tegen het verrassende België en leidt zijn land in de finale met een beslissende pass naar de 3-2 winst op West-Duitsland.

Eerder dit jaar zond de VPRO de fantastische documentaire Diego Maradona van de Engelse regisseur 
Asif Kapadia uit. Meteen vorige week werd hij op de Nederlandse tv herhaald (kijken!). De film is als een boek. Maradona groeit op in een sloppenwijk van Buenos Aires. Het voetbal geeft hem en zijn familie de kans aan de armoede te ontsnappen. Zijn eerste buitenlandse transfer naar Barcelona leidt tot een wisselvallig periode, dieptepunt is de aanslag van een verdediger (menigeen zal de naam Goikoetxea, de slager van Bilbao, nog bekend in de oren klinken) waarbij Maradona zijn been breekt. De overgang in 1984 naar Napoli in het arme Italiaanse zuiden verrast vriend en vijand. De club speelt tot dan geen enkele rol in de strijd om het Italiaans kampioenschap maar Maradona schenkt de stad tweemaal de landstitel en een UEFA Cup. Een onnavolgbaar staaltje. Het nachtleven, de verkeerde milieus en vele verslavingen hebben geen vat op de successen. De populariteit van Maradona is immens, de stad draagt hem op handen. Uit deze tijd stamt het beroemde filmpje waarin hij vooraf aan een Europacup wedstrijd op de tonen van het liedje Live is Life de warming-up doet. Het liedje is bepaald matig te noemen maar tezamen met de toverkunsten van de circusartiest ontstaat een voorstelling waar een mens alleen maar heel erg vrolijk van wordt.


Let vooral op seconde 13 van het filmpje: plof, precies op het 'whoe' van de zanger laat Maradona de bal van grote hoogte dood op zijn grote teen neervallen... En kijk ook naar zijn linkerarm: alsof hij de bal aan een touwtje vanuit de lucht naar beneden trekt... Waarschijnlijk is de muziek er later precies zo onder gemonteerd. Hieronder een andere (originele?) opname van de show waarin het bewuste fragment vanaf 1.16  dankzij een ietwat langere aanloop ook iets beter te zien is.


De documentaire brengt een dramatische WK episode terug die volledig uit mijn herinnering verdwenen was. Het organiserende land Italië dient het in de halve finale van het WK 1990 op te nemen tegen Argentinië. Plaats van handeling: uitgerekend Napels! De Napolitanen staan voor een onmogelijk dilemma maar kunnen niet anders dan kiezen voor hun vaderland. Maradona heeft geen last van loyaliteitgevoelens, hij is slechts op een ding uit: een tweede WK titel voor zijn land. De wedstrijd draait uit op strafschoppen. Italië mist de vierde, Maradona faalt niet en dompelt Italië in diepe rouw. In wat de slechtste WK finale ooit wordt genoemd krijgt West-Duitsland zijn revanche (1-0 dankzij een dubieuze penalty) voor de nederlaag in Mexico. Diego Maradona is minutenlang in tranen.

Het is alsof Italië inclusief Napels het hem niet vergeeft. Schandalen wisselen elkaar in hoog tempo af en niet langer wordt Maradona de hand boven het hoofd gehouden. Sterker nog, Italië kotst Diego uit. De voetbalster speelt nog enige jaren in Spanje en zijn thuisland. Op het WK van 1994 in Amerika is Maradona de enige die denkt nog een keer voor zijn land te kunnen vlammen. Beroemd is het beeld wanneer hij na een inderdaad ouderwets doelpunt woest de camera in lijkt te stormen, even later wordt hij na een positieve dopingcontrole naar huis gestuurd.

Een voetballer dien je uitsluitend te beoordelen op wat hij op het veld laat zien. Het leven naast het voetbal doet er niet toe, zeker niet als je daarin eigenlijk nooit een vlieg kwaad hebt gedaan. Of zoals in de mooiste quote die de afgelopen week voorbij kwam, ongetwijfeld van een Argentijn
: "Vraag niet wat Maradona met zíjn leven deed. Vraag naar wat hij met óns leven deed"!

Niettemin is het onmogelijk om die andere kant van Maradona heen te kijken. Ook de documentaire doet dat niet, integendeel. Het bijzondere van de film is echter dat het is alsof je als kijker - zoals alle Argentijnen -  alleen maar meer van de man gaat houden en hij daardoor als voetballer alleen maar groter lijkt te worden. En is de kwestie dus beslist: Diego is de beste.

Ter afsluiting:

Vaak zijn het doelpunten die een voetballer beroemd maken, we zagen het hierboven al. Van Maradona is echter met gemak een indrukwekkende collage te maken zonder dat hij er maar een keer bij scoort:


Met Maradona kun je zelfs nog een stap verder gaan. Een kwartierlange aaneenschakeling van circustrucs met pingpongballen en tennisballen, Maradona in de zaal,  in de tv studio, ballen mikken op de paal, en nog heel veel ander moois. Niet zelden zijn de beelden bijzonder vermakelijk:


Speciale aandacht voor minuut 12:06 met de Live-is-Life-act: de bal met de arm uit lucht naar beneden trekken (nee, geen hands!) en dood op de voet laten neervallen. Het behoorde dus tot Diego's oneindige repertoire.

MARADONA FOREVER

zondag 29 november 2020

Dagboekaantekeningen van een FVD-er

Op socialemedia-gebied bestaat een site in Nederland die in schaakkringen enige faam geniet: het Utrechts schaakforum, vaak afgekort tot USF. Zoals de naam aangeeft ligt de oorsprong van de site bij een kern van schakers in en rond Utrecht. Van nature kent de site een groot ons-kent-ons gehalte maar tegelijkertijd groeide het uit tot een plek waar ieder ander zijn zegje kon en mocht doen. Wat weer niet inhoudt dat het bereik in absolute zin hoog is want het zijn nog steeds uitsluitend schaakliefhebbers die hun weg er naartoe vinden.


Hoewel de naam van de site de indruk zou kunnen wekken dat schaken de inhoud bepaalt, is dat allerminst het geval. Zeker, de schaaksport is er in meerdere gedaantes prominent aanwezig, maar het forum onderscheidt zich er vooral in dat er geen grenzen worden gesteld aan het opvoeren van andere onderwerpen, en dat wordt dan ook volop gedaan. Die onderwerpen (ondergebracht in zogeheten draadjes) variëren van andere sporten tot muziek, amusement, weetjes, inside grappen, geschiedenis, creatieve nonsens quizjes, en nog veel meer, je kunt het zo gek niet bedenken. Niet in de laatste plaats wordt er heftig gediscussieerd over actuele politieke kwesties. Een tweede regel is dat alles gezegd mag worden, het mag zelfs anoniem, politieke correctheid wordt eerder neergesabeld dan gepropageerd, steken onder water is dagelijkse kost, tot op zekere hoogte is beledigen toegestaan, de grens ligt eigenlijk pas bij schelden op de ander. Draadjes worden te pas en te onpas aangemaakt, verdwijnen in principe niet, sommige blijven dagen-, weken- of maandenlang actief met vele elkaar opvolgende reacties, andere worden na soms jaren stilte door een bezoeker uit de mottenballen gehaald. Het aantal moet intussen tot in de duizend lopen.

Ruim een jaar geleden werd door een deelnemer een draadje geopend onder de titel Baudet Bashen! Men zou kunnen denken dat dit door hem was gedaan met de bedoeling eens lekker tekeer te gaan tegen de naamgever, maar zo werkt dat niet op USF. Integendeel, in dit geval was het iemand die discussie op gang wilde brengen c.q. aanwakkeren om niet te zeggen uit wilde lokken. Het had zelfs een aanhanger kunnen zijn van de besproken politicus, want daar waren er - zo was ik veel eerder tot mijn verbazing achter gekomen - nogal wat van op USF (al zijn het er sinds een week een paar minder); een van hen was de zo nu en dan driftig meediscussiërende USF webmaster zelf.


Hoe dan ook, eerdere lezers van dit blog zullen begrijpen dat het genoemde draadje aan mij welbesteed was en de discussies liepen dan soms ook hoog op. Om mijn gedachten en meningen over de politicus om wie het in het draadje ging kracht bij te zetten plaatste ik tijdens het begin van de coronacrisis als grap een gefingeerde dagboektekst van B.(audet). Als een soort van running gag herhaalde ik  dit enkele malen 
in het halve jaar dat volgde. Ook de fragmenten zelf bevatten een aantal terugkerende gags: corona, Hiddema, Otten, Trump, niet te vergeten de aardige jongens van de JFVD, en natuurlijk de geheime binnenwereld van de dagboekschrijver zelf.

Na de recente ontwikkelingen binnen FVD besloot ik de fragmenten - op een enkele spellingsfout na in originele vorm - hier te verzamelen. De fragmenten zijn in omgekeerde chronologische volgorde onder elkaar geplaatst: de meest recente bovenaan, het beste is dus om ze van onderen af te lezen. Elk fragment wordt voorafgegaan door een screenshot met datum en tijd van publicatie op USF (behalve die van 6 mei welke ik niet plaatste). Daarnaast is in deze verzameling aan elk fragment een korte (in cursief) verklarende noot opgenomen vooral om het geheugen wat op te frissen m.b.t. tot de actualiteit van de periode waarin fragment geschreven werd. Op 31 oktober besloot ik te stoppen met de grap, het was wel genoeg.

De dagboekfragmenten geven een aardige inkijkje ;-) in de gemoedstoestand van de politicus het afgelopen jaar ;-). Ze maken ook iets begrijpelijker hoe het zo vreselijk mis heeft kunnen lopen met die veelbelovende nieuwe politieke partij en zijn leider...:

---------------------------------------------------------------------------------------------------------



"Moed zakt in schoenen, nog maar 5 zetels in peiling. Twijfel slaat toe, is Nederlandse volk wel mijn volk? Denk van niet. Grote Held Donald lukt het in Amerika wel om massa op de been te brengen, dit land wil er niet aan. Je praat een keer met een groep tegendraadse lieden, juist de lui waar je het van moet hebben en wat doet de Hollander: die roept ach en wee en gaan met z'n allen achter Mark staan. Of Geert. Toch best slim van Geert om alles alleen te doen, kan ik niet, heb mensen om me heen nodig, zoals die JFVD jongens, die houden van mij en ik van hen.

Nu Joost Aardmans op plek 4. Bood zich zelfzelf aan, kon moeilijk weigeren. Aardmans is niks, veel te braaf, alles binnen de lijntjes, te Nederlands, begrijpt niks van hoe alternatief rechts werkt. Dan was Otter veel beter maar die ging weer ruzie maken met mij. Zo altijd wat. Zou liefst stoppen met dat Kamergedoe maar kan inkomsten niet missen, nog nooit zo makkelijk verdiend. Stop wel met dit dagboek. Alles kut."

Noot: De 'tegendraadse lieden' zijn de coronacomplotdenkers die Baudet kort daarvoor bemoedigend had toegesproken. Zoals te zien is zag Baudet het van begin af aan al niet zitten in Joost Eerdmans... Ik vond de dagboekfragmentenserie wel mooi geweest en besloot er op deze wijze een eind aan te breien. Drie weken later brak de pleuris binnen FVD uit.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------



"Er is een Nederlands schaakforum vóór en dóór schakers waar alles kan. Nog fijner: het mag daar anoniem. Het verhaal dat ik in de Kamer regelmatig potjes schaak zit te spelen, is maar half waar: meestal lees ik de grappige discussies (veel fans daar!) en zit die zelf een beetje te voeren. Lachen. En dat alles onder een mooie ouderwetse Hollandse voornaam (altijd die van mijzelf gehaat), en een vredelievende achternaam. Niemand die er ooit wat achter zocht.

Site blijkt nu gehackt. Net nu een Vlaamse broeder een meesterlijk 100-delig feuilleton is gestart over geniale opa en geniale overgrootopa. Straalde zo mooi af op moi. Kan me er nu niet meer vertonen. Alle anoniemen liggen op straat. Webmaster (ook fan) had absolute geheimhouding gegarandeerd. Vertrouw hem niet meer. Was al gewaarschuwd door mijn lieve ICT jongens, site is ouderwets en lek als mandje, stop ermee. Maar kon niet laten.

Alles weer kut dus. Corona ook, blijft kut. Tweede golf komt. Hopelijk dat ouwe Hidde dan wel loodje legt. Moedig voorwaarts! (mooie spreuk, heb daar geleerd)."


Noot: Deep Throat (analoog aan Watergate) is de zogenaamde geheime informant die mij de dagboekteksten bezorgde. De schuilnaam waaronder Baudet anoniem zegt mee te discussiëren op USF is Kees Duif, het pseudoniem van een vaste USF bezoeker die ondanks aandringen zijn identiteit tot op de dag van vandaag niet wenst te onthullen en - als hij er naar gevraagd wordt - weliswaar toegeeft Baudet een rare snuiter te vinden maar wel in hem de politicus zegt te zien die als enige Nederland kan redden van de 'klimaatgekte'. De geniale  opa en overgrootopa zijn respectievelijk Ernest Henri Philippe (Henri) Baudet en Pierre Joseph Henry (Han) Baudet over wie in een ander verband veel gediscussiëerd werd op USF. "Moedig voorwaarts" is de Reviaanse spreuk waarmee een andere geregelde USF bezoeker zijn bijdragen vaak afsluit.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------

Dagboekfragment B. 6 mei 2020:

"Sterfdag van Grote Pim. Zou de echte Grote Vaderlandse Herdenkingsdag moeten worden. Natuurlijk geen woord erover in de nationale neo-marxistische pers en NPO. Wel al een week gezeik over 4 en 5 mei. Helemaal ziek van, 75 jaar vrijheid, bla bla bla. Hypocriete blinden dat het zijn met hun EU dictatuur: een verenigd Europa, de voltooiing dus van de Grote Droom van de door henzelf verguisde Grote Adolf. Humorloze vrijheid vooral ook met die weerzinwekkende gedachtenpolitie die er kennelijk bij hoort: vorige week nog gedwongen een paar van mijn JFVD jongens te royeren om - god betere het - een onschuldig jodengrapje in een appgroepje van jaren geleden. Vrijheid noemen ze dat, terreur is het. Gewoon lieve jongens waren het, toekomst van de partij (heel wat meer dan de ouwe Hidde, beter gezegd de dooie), jong en fris, het hart op de juiste plaats en altijd in voor een geintje, op corona feest hier vorige maand nog samen voluit Horst Wessel lied gezongen, was lachen. Persoonlijk tegen royement, maar kon het niet keren, heb de dappere mannen beloofd ze als verzetshelden terug te halen als we meerderheid hebben. Maar meerderheid lijkt er voorlopig niet in te zitten... ben te groot voor dit land... of... misschien... lief dagboek, misschien ben ik dan toch te klein?... zou dat het zijn? ... Donald blijft het goed doen, ondanks bijna 100.000 doden, hoe doet-ie het vraag je je af, Grote Pim en ook Grote Adolf durfden werkelijk out of the box te denken, voel me echt miezerig als ik aan hun denk allemaal ... weet niet, twijfel slaat soms totaal toe, gedachtes om ermee te kappen, zou voor een keer nog wat aandacht geven tenminste, hunker ernaar, maar ja.. is nog steeds corona voor en corona na. Alles gewoon kut."

Noot: Dit fragment (letterlijk zo geschreven op 6 mei, geen komma veranderd) besloot ik op die dag bij nader inzien toch maar niet te plaatsen, het was wat 'too much' met name het 'out of the box denken van Grote Adolf'. Gezien onthullingen van afgelopen week mag het fragment hier echter niet ontbreken. Het 'gezeik van 4 en 5 mei' slaat uiteraard op de uitgebreide aandacht die er was voor de 75-jarige herdenking van de Europese bevrijding van nazi-Duitsland. De EU als voltooiing van Hitlers Derde Rijk wordt door Baudet in zijn IJzerwake toespraak van 2014 langdradig gesuggereerd.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------


"17 april, 2 uur 's middags, ontbijt.
Grandioos feestje gehad hier vannacht, 's avonds eerst met paar jonge gasten Zembla gekeken, lachen geblazen, eerst reactie op FVD site gezet en toen idee geboren om feestje te bouwen, beeldverbindingen, apps en chats, ook steeds meer mensen over de vloer, wel wat link al die vrienden en goede vriendinnen met zelf meegebrachte versnaperingen voor de deur, gelukkig ene buur al wekenlang weg, andere buren om 1 uur gewoon erbij gevraagd, surprise, zij blijkt FVD fan(!), hij zuinig kijken, maar wel zijn borreltje drinken, hahaha, fantastisch.
Klap op vuurpijl, een van die jonge gasten weet Russische vriend Kornilov op te sporen, even later hij er ook bij, via Zoom, met wodka, pet, kaviaar en al, in jaren niet zo gelachen, tranen in de ogen, kwamen niet meer bij!
Ouwe er niet bij natuurlijk, al maand niks van gehoord, ligt vast aan de beademing, zou tijd worden (ironisch grapje, voor geval iemand dit weer lekt). Zielige Otter definitief eigen graf gegraven, heeft uitgebreid mee zitten dineren van die Russisch flappen van me, wist dat om de bliksem wel en weet ook heel goed dat ik dat weet, kan niks meer, exit Otter.
Corona nog steeds kut natuurlijk, in Kamer niks te halen, alleen brave vragen en debatjes, oervervelend maar te vroeg nog om nu vuurtjes te stoken ... dus Zembla uitzending meer dan welkom, aandacht in mainstream valt nog wat tegen, had op meer reuring gehoopt ... maar deze nacht pakken ze niet meer af, moeten geduld hebben, komt wel."


Noot: Het enige vrolijke intermezzo in de verder treurige serie. Het feestje vond plaats gedurende de strenge lockdown die op dat moment gold en was dus illegaal. De Zembla uitzending betrof de openbaarmaking van een aantal appberichten (met hulp van de net opgestapte FVD penningmeester Henk Otten ) die wezen op banden van Baudet met Rusland. Kornilov was de tussenpersoon die voor de Russen werkte via welke Baudet betaald zou krijgen. Baudets verdediging was dat de de appjes als puur ironisch opgevat moesten worden. X is USF webmaster en zoals gezegd (destijds?) Baudet aanhanger.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------



"Alles zit tegen, lijkt erop dat ze het in de hand gaan houden, geen Italiaanse toestanden hier, balen, 80/90% achter Mark en ook Dissel kan niet kapot, ging net zo lekker met de boeren tegen RIVM.
Totaal verkeerd uitgepakt vorige week om voor lockdown te pleiten. Zag er toen al helemaal niets in, wilde andere kant op: is maar griepje, gaat nog eens 1000 miljard kosten, had dus gelijk, een paar 100 doden, gemiddelde leeftijd 82 jaar, gaat helemaal NERGENS over. Klimaathysterie en nu corona hysterie er achteraan.
Maar ja, Hidde was zwaar tegen, gaat je stemmen kosten zei de ouwe. Demente zak, laatste keer dat ik naar hem geluisterd heb, is over een jaar gelukkig weg of hopelijk eerder met dat virus, zou nog wat aandacht geven tenminste.
Bolsinario en Trump snappen het, economie moet snel weer op poten, sta helemaal in mijn hemd nu bij die gasten. Gisteren in kamercommissie maar even geen vragen gesteld. Weet niet of ik morgen naar debat ga, misschien beter wegblijven, verzin wel een smoes of laat ze maar raden, kom er niet tussen op deze manier.
Proces zoals verwacht totaal in water gevallen, hoopte nog op uitstel maar de heren zagen nu hun kans schoon natuurlijk. Kutcorona."


Noot: Baudet had bij aanvang van de coronacrisis voor een totale lockdown gepleit. Het kabinet besloot echter tot een beperkte lockdown waarna de situatie in de Nederlandse ziekenhuizen maar op het nippertje beheersbaar bleef. Dat opportunist Baudet toen graag zijn gelijk had gekregen met 'Italiaanse toestanden' die tien- of liever nog honderduizenden mensen het leven hadden gekost bleek deze week uit een naar buiten gekomen opmerking van Baudet dat hij 3 miljoen doden geen probleem zou vinden als daarmee de vrijheid teruggewonnen werd. Hidde is natuurlijk Theo Hiddema en staat voor de oude FVD garde: in volgende fragmenten komt naar voren dat Baudet veel meer gecharmeerd is van de jongens van de JFVD. Het proces in de laatste regel slaat op het kort geding dat Baudet had aangespannen tegen een VPRO uitzending omdat hem daarin woorden in de mond gelegd zouden zijn (Baudet hoopte hiermee à la het proces Wilders aandacht te genereren voor zichzelf maar de zaak was bij voorbaat kansloos en geen mens heeft er ooit meer iets over gehoord).

maandag 5 oktober 2020

Wierum-Hantum 1969: 4-4 (ruststand 0-4)

Gisteren werd in de eredivisie voetbal de nu al historische wedstrijd Sparta-AZ gespeeld: 4-4. Geen unieke uitslag maar wel uniek hoe die tot stand kwam. AZ leidde in de rust met 0-4. Sparta presteerde het praktisch onmogelijke door in de tweede helft geheel langszij te komen. Voetbal statistici zijn er dan als de kippen bij om te kijken of een dergelijk huzarenstukje eerder vertoond is. Dat was het geval, al moest daarvoor worden teruggegaan naar het jaar 1969. Uit het verslag van Sparta-AZ in de Volkskrant van vandaag: "Het zijn wedstrijden waarover de aanwezige toeschouwers nog decennia napraten. Van 0-4 naar 4-4 is eens-in-je-leven. Alleen bezoekers van NAC-Telstar in 1969 kunnen erover meepraten; destijds kwam Telstar terug van 4-0."

Alle hulde voor de voetbalhistorici, maar ze zagen een andere wedstrijd over het hoofd. Een wedstrijd waarvan ik steeds meer van overtuigd raak dat die ook in 1969 plaatsvond en zelfs in hetzelfde jaargetijde. De jeugdwedstrijd Wierum - Hantum in het noordoostelijke hoekje van Friesland.

In de laatste jaren van mijn lagere schoolleeftijd organiseerden wij als kinderen incidenteel een heuse voetbalwedstrijd tegen een naburig dorp. Een belevenis. Voor het juiste begrip: waar wij woonden bestonden in die tijd geen voetbalverenigingen. En ouders hadden op zaterdag wel betere dingen te doen dan hun kinderen met de auto - als ze die al hadden - kilometers ver weg naar een sportclub te brengen. Als jonge kinderen namen wij zelf het heft in handen. Wie en hoe ze het precies deden is me altijd een raadsel gebleven, maar klasgenoten maakten op de een of ander manier afspraken met de tegenpartij. Bij een thuiswedstrijd was het meest spannende eigenlijk of die wel kwam opdagen. Ja, er ging wel eens wat mis in de communicatie en voorbereiding vooraf.

Zo niet op die herfstachtige, winderige zaterdagmiddag in 1969. Op de fiets trokken we als team vanuit Hantum gezamenlijk richting de vijand, het aan de Waddenzee gelegen Wierum. Om de drommel geen kinderachtige bestemming.Van oudsher een vissersdorp en om die reden waren de bewoners in bezit van een volkomen afwijkende mentaliteit van die van ons uit de beschaafde binnenlanden (die overigens slechts drie tot vier kilometer verwijderd waren van diezelfde Waddenzee). Persoonlijk had ik daar al eens op zeer onaangename wijze kennis mee gemaakt: tijdens een gewaagd uitstapje naar het kustplaatsje met een aantal broers en neven was ik op de zeedijk door de Wierumer 'stokvissen' (hun bijnaam) bekogeld met de uitwerpselen van de daar veelvuldige rondlopende schapen; nog altijd weet ik hoe ik in totale paniek en vol ongeloof de klonterige drab uit mijn haar probeerde te pulken.

Het voetbalveld in Wierum lag er groen, vlak en verzorgd bij. Een totale verrassing, dat hadden we niet verwacht van die barbaren. Zelf voetbalden wij na schooltijd op een tot sportveld gepromoveerd weiland buiten het dorp. Doelen markeerden we met hoopjes jassen op de grond. Op het Wierumer sportveld - knus gelegen in de dorpskern - hadden de doelen warempel echte palen. Nee, geen lat, maar dat was ook overbodig want zo hoog schoten wij de bal nooit. Doelnetten daar kon je slechts van dromen, die zag je alleen op tv. Maar netten waren goedbeschouwd ook alleen maar onnodige versierselen. Palen waren meer dan voldoende om te kunnen beoordelen of een schot een doelpunt was of niet.

De wedstrijd dan. Het gekke is: veel ervan is totaal uit mijn geheugen verdwenen, maar enkele korte momenten en details zijn muurvast blijven hangen. Zo hadden wij daar Henkie als centrale middenvelder in onze gelederen. Het bijzondere was dat hij die middag als enige van ons een heus voetbalshirt droeg.Want denk niet dat er daar in 1969 twee teams in voetbaltenue op het veld stonden. Ongelogen: wij voetbalden er op laarzen en in overalls. En Henkie's shirt was niet zomaar een shirt, het was het gestreepte clubshirt van voetbalclub Be Quick(!) uit het verder weg gelegen Dokkum (voor ons: de stad). Het punt van alles was: samen met mijn boezemvriend Wiebe voelde ik me veruit de betere voetballer van Henkie. Bovendien, en ik mag het niet zeggen maar doe het toch, Henkie kwam ook nog eens uit wat destijds een asociaal gezin werd genoemd. En dat liep daar nu ineens midden op het veld de show te stelen! Hoe kwam hij in godsnaam aan dat shirt? Stinkend jaloers waren we.

De ruststand, de lezer begrijpt het al, was 0-4 in ons voordeel. Van de vier doelpunten herinner ik me niets. Vaag geloof ik dat ik er eentje zelf maakte. Een beschamend aantal voor een speler die niet voor niets in de voorhoede opgesteld stond (voor de jongere lezer: voetbalteams hadden in die tijd een voorhoede en een achterhoede). Wellicht heb ik daarom die eerste helft volledig uit mijn geheugen gebannen en is misschien zelfs dat ene doelpunt verzonnen. Maar naast Henkie's shirt en de eindstand (die dus 4-4 werd) zijn er twee andere momenten die mij al die jaren wel kraakhelder voor de geest zijn blijven staan.

Moment één: het moet ergens in de tweede helft zijn geweest, geen idee bij welke stand, maar wel dat het een cruciale gelegenheid was de rampzalige wedstrijd alsnog een voordelige draai te geven. Scheidsrechter Johannes (afkomstig uit ons eigen dorp, zoon van de dorpssmid, en lid van een echte voetbalclub en naar later bleek degene die Henkie het shirt had bezorgd), deze Johannes gaf ons een strafschop, wellicht niet volkomen onpartijdig. Uiteraard nam ik mijn verantwoordelijkheid. Dat ten overstaan van de samengestroomde Wierumer horden aan weerszijden van het doel en met de forse Wierumer keeper, waarvan ik nog steeds zeker meen te weten dat zijn naam Fedde was, tussen de palen. Het doel werd opeens heel klein, de zenuwen gierden door mijn keel, en het schot dat ik losliet was weliswaar halfhoog maar vloog recht in de handen van 'dikke' Fedde die stokstijf in het midden was blijven staan.

Moment twee: een voetbaldrama voltrok zich dus in die tweede helft. Welk tegendoelpunt het exact was weet ik niet meer, maar het was zeker een van de laatste. Hoewel het geen gewoonte was om je als voorhoedespeler in de buurt van je verdediging op te houden, was ik kennelijk van mening geraakt dat mijn hulp daar gezien het wedstrijdverloop onontbeerlijk was geworden. Zodanig zelfs dat ik bij een Wierumer scrimmage mij op de eigen doellijn had verschanst. Nog zie ik hoe ik met mijn laars hulpeloos over de toekomende bal heen maaide welke vervolgens tussen mijn benen door over de doellijn rolde. Ook Johannes kon niks anders doen dan het doelpunt toekennen.

Het geheugen werkt op een grappige manier. Ik ben er zeker van dat mijn herinneringen geheel zijn gevormd door hoe er bij me thuis over werd gesproken. Niet dat het gebeuren er als iets groots werd beleefd, integendeel, het zal ongemerkt voorbij zijn gegaan. Maar wat ik nog goed weet is hoe ik mijn oudste broer verslag deed van de wedstrijd: "Voor de rust hadden wij de wind mee en werd het 4-0 voor ons. Na de rust hadden zij de wind mee en toen werd het dus 4-4". Bij het horen van deze analyse barstte mijn broer in goedmoedig gelach uit... Erger nog werd het toen enige tijd daarop mijn boezemvriend, waarvan mij pas later duidelijk werd dat hij toen al ruimschoots de betere speler moest zijn geweest, op bezoek bij ons thuis in het bijzijn van anderen vertelde over de strafschop en het bewuste tegendoelpunt: "Je schoot recht op de keeper af" en 'Je trapte gewoon over de bal heen". Tja, dan heb je niet veel meer in te brengen natuurlijk...

Met alle respect voor de voetbalstatistici: Wierum-Hantum 1969 vertoont meer parallellen met Sparta-AZ dan NAC-Telstar uit datzelfde jaar. In die laatste wedstrijd kwam het uitspelende team (Telstar) terug van een 4-0 achterstand. In de twee andere wedstrijden waren dat juist de twee thuisspelende clubs (Sparta en Wierum). Ook kregen de aanvankelijk winnende teams (AZ en Hantum) een strafschop toegewezen die vervolgens door beide werd gemist.

En tot slot: het aantal mensen dat als toeschouwer lijfelijk aanwezig was bij de twee wedstrijden vertoont frappante gelijkenis. Al zal dat in Wierum nog net een klein handjevol meer zijn geweest dan gisteren op het Kasteel in Rotterdam...