In de voorbije editie van het Tata Steel schaaktoernooi speelde ik dit jaar voor het eerst in de tienkampen. Ik was ingedeeld in groep 7, om precies te zijn 7N. Dat is niet de onderste groep, zelfs niet de één na onderste, maar nog wel steeds met café De Zon als speellocatie voor de mindere goden. Mijn eindklassering mocht curieus genoemd worden: met een score die slechts één punt boven het midden lag - drie overwinningen, vijf remises en één verlies - toch een tweede plaats.
Hoe zoiets überhaupt mogelijk is blijkt uit het staatje. Eén speler die er met kop en schouders bovenuit steekt, daaronder twee subtoppers op een eerbiedige afstand van 2½ punt en de overige zeven die allen onder de 50% scoren maar volkomen aan elkaar gewaagd zijn.
Even opmerkelijk als die tweede plaats was de wijze waarop mijn drie overwinningen, alle met de witte stukken, tot stand kwamen:
In ronde 1 kwam ik na hevige tijdnood in een volkomen verloren positie terecht. De enige reden om door te spelen was dat mijn tegenstander zijn klok, na een aanvankelijke grote tijdsvoorsprong, op weg naar de controle van de eerste 40 zetten eveneens dichter en dichter de 0.00 liet naderen. Op de onderste rijen gaf ik in arren moede twee stukken voor een laatste mat- en promotiedreiging. In bovenstaande stelling is net 40. Kf2-g3 gespeeld. Met 40. ...,Lf8 kan zwart het mat op g7 eenvoudig pareren en vertrouwt hij het niet dan wendt hij met het schaakje van 40. ...,Pe2+ het gevaar van de tijdsoverschrijding eenvoudig af om vervolgens de partij in alle rust af te maken. Mijn geachte opponent zag het echter niet en het uurwerk ging van tik..tik..tik.. En ja, daar verscheen een vlaggetje met de extra toegevoegde tijd in het venstertje. Ik zette het ding meteen stil en claimde de winst: de 40-e zet was niet binnen de daarvoor gestelde limiet gespeeld. Ondanks gesputter van mijn tegenstander 'wij zijn toch niet zoals die grote jongens' (met een hoofdbeweging richting speelzaal van De Moriaan) en 'laten we dan remise doen' besloot ik - zover van huis - maar eens voet bij stuk te houden.
Deze stelling komt uit ronde 5. Ik heb de pion op a7 buitgemaakt en zal na mijn laatst gespeelde zet 24. e4 waarschijnlijk een tweede pion winnen. Natuurlijk is het voordeel aan mijn kant (de engine geeft een ruime +1.5 voor wit), maar vermoedelijk geen van de 600 tienkampspelers op dit Tata toernooi zou met zwart de partij nu al opgeven. Mijn tegenstander echter heeft net van zijn compagnon ingefluisterd gekregen dat de eerstvolgende bus over een kwartier voor de deur van het café vertrekt. Voor hem blijkbaar reden om mij, onder de verzuchting 'dit wordt 'm toch niet meer', te feliciteren met de overwinning.
Ronde 9 en de laatste dag van het toernooi. U wist het nog niet, maar dit is een gewonnen stelling voor wit. Althans op deze zondagmorgen op het Tata Steel Chess Tournament 2016 in café De Zon groep 7N. Nog voor ik aan tafel plaats heb kunnen nemen deelt de wedstrijdleiding mij mee dat mijn tegenstandster, die de dag ervoor al wat ziekjes de strijd had gestaakt, zich voor vandaag heeft afgemeld. Ik strijk mijn derde volle punt op, eindig op een gedeelde tweede plaats en wordt op basis van SB punten, waarvan ik nog steeds niet weet wat die precies behelzen, als tweede geklasseerd.
Zo komt Jan Splinter door de winter (wie was dat ook al weer die dat zei?). Nu hoorde ik dat in de onderste groepen behalve de eerste plaats ook positie twee in de ranglijst recht geeft op promotie naar een hogere groep. Of de Tata organisatie mijn tweede plaats, die je met enig understatement geflatteerd mag noemen, volgend jaar inderdaad gaat belonen met een plaats in groep 6, op het balkon nog wel van de grote speelzaal in De Moriaan, wacht ik met grote spanning af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
(alleen mogelijk met ingelogd Google account, reacties worden meteen geplaatst)