Als kind van de jaren zeventig (immers de periode van het enige linkse kabinet in de Nederlandse geschiedenis) neem ik al veertig jaar lang een tamelijk genuanceerde positie aan de linkerkant van het politieke spectrum in. Natuurlijk maakte je wel eens een kleine beweging, en toegegeven, de stapjes in linker richting waren meestal groter dan die incidentele keer naar rechts (u raadt het al: D66, of was het nog D'66? hoe dan ook, verder dan dat kwam ik nooit). Maar ik mag gerust van mijzelf zeggen dat ik in politiek opzicht een betonnen blok van rust en stabiliteit ben.
Dat ik tegenwoordig in Facebook kringen zo ongeveer als extreem links te boek sta heeft twee oorzaken. Als de politiek vijftien jaar lang naar rechts opschuift, en jij blijft - in tegenstelling tot de anderen (slappelingen!) - standvastig, dan kom je automatisch op de uiterste kant terecht. Mij dus niet aan te rekenen. Het andere is wel eigen schuld. Ik kies duidelijk mijn vrienden verkeerd. Maar laat ze dat niet horen ...
Ondanks dat heeft zich bij mij het afgelopen half jaar ongemerkt een bizarre verandering voorgedaan ten aanzien van een aantal decennialang vastgeroeste sentimenten. Die verandering werd ingezet met de verkiezing van Donald Trump tot president van Amerika. Nee, ik ben niet tot een ander inzicht gekomen inzake de kleuter in het Witte Huis zelf. Het zit anders.
In die zeventiger jaren leerde je dat de CIA, de Amerikaanse buitenlandse inlichtingendienst, zo ongeveer het meest verwerpelijke instituut van de westerse kapitalistische wereld was. Het steunde rechtse ondemocratische regimes, organiseerde fascistische staatsgrepen, het bestierde Midden-Amerika als zijn eigen achtertuin, en dat alles was nog maar het topje van de ijsberg. Wat er ook veranderde in de wereld, het beeld van de CIA bleef intact. Onder Bush junior kwamen zelfs martelmethoden aan het licht. Barrack Obama wist het imago met de CIA-actie tegen Osama Bin Laden niet te kantelen. Obama moest wel, dacht je, en die CIA bleef toch de CIA. Dat bleek maar weer in de laatste week van de laatste Amerikaanse verkiezingscampagne toen de FBI (die andere geheime dienst waarvan je nooit wist waar die voor diende, maar zonder twijfel broertje en zusje was van de CIA) met het misselijke opkloppen van de email-kwestie Hillary Clinton de zekere overwinning ontnam.
Maar zie wat er gebeurt! Trump, nog maar net verkozen tot president, stelt zich volkomen onverwacht vijandig op tegen de CIA en de FBI. Aangemoedigd door zijn alt-right kameraden als Steve Bannon beschouwt hij die instituten als het centrum van de door en door verrotte deep state die tezamen met de vrije pers de vijanden van het Amerikaanse volk vormen. De links denkende burger is gedwongen een niet eerder in de historie vertoonde draai van 180 graden te maken. De CIA, en ook de FBI (al weten we nog steeds niet precies wat die doet), moeten nu wel onze vrienden zijn. Veel meer dan dat zelfs. Ze zijn plotseling niets minder dan de hoeders van de westerse waarden als de vrije pers, de vrijheid van meningsuiting en de democratie. De laatste strohalm. Vurig hopen we dat de CIA (of is dát nou wat de FBI doet?) de slaapkamer van Trump vol behangen heeft met afluisterapparatuur om in te kunnen grijpen als hij op het punt staat de nucleaire knop in te drukken. Wat goed dat de CIA en de FBI er zijn!
Nog zo'n voorbeeld: John McCain, de tachtigjarige Republikeinse senator voor de staat Arizona. En dus per definitie een oerconservatief. Weliswaar een held omdat hij als Amerikaans vliegenier vijf jaar gevangenschap en zelfs marteling onderging in een Noord-Vietnamese kerker. Maar, laten we wel wezen, wat deed hij daar eigenlijk hoog boven in de lucht in die bommenwerper? Eigen schuld, dikke bult toch? In 2008 nam hij het in de presidentsverkiezingen op tegen Obama, die natuurlijk geen kind had aan dit - met alle respect - halfvergane fossiel uit de vorige eeuw.
Maar een opstanding heeft zich voltrokken. Uitgerekend John McCain blijkt de enige onder de Republikeinse lafaards die zijn stem durft te verheffen tegen de afschuwelijke Trump. Onvermoeibaar springt hij in de bres voor de Amerikaanse waarden, de vrije pers en onafhankelijkheid van de rechtspraak, ook wanneer die politici als hemzelf lelijk in de weg kunnen zitten. McCain is recent enkele keren geopereerd aan kanker. Een ieder die het hart op de juiste plaats heeft zitten, links, bidt dat hij nog minstens vier jaar onder ons zal zijn, immers John McCain kunnen wij absoluut niet missen!
Een excuus aan de lezer voor deze lange aanloop. Gisteren, 15 maart 2017, de verkiezingsdag voor de Tweede Kamer, bleek dat het fenomeen zich ook in Nederland heeft aangediend. Nee, mijn stemgedrag is nog even consistent als altijd. Ook al was het niet makkelijk de definitieve keus te maken. Maandenlang zweefde ik tussen minstens vier partijen. Tot ik met nog twee dagen te gaan een gedachte-experiment uitvoerde. Ik probeerde mij voor te stellen op wie ik mijn stem zou uitbrengen als ik geen kennis had van de peilingen - niet van de dagkoersen evenmin als die van de weken ervoor. Geen eenvoudige opgave. Maar het lukte en de beloning was enorm: binnen tien seconden was ik eruit.
Uiteraard wist ik dat het resultaat voor mijn partij dramatisch zou uitpakken. Toch zet je je in spanning aan de tv voor de eerste uitslagen, misschien viel het alsnog mee. Op dat moment bleek dat de werkelijke vraag een heel andere was geweest.
Toen iets na negenen de eerste exit-poll de VVD op 31 zetels zette en de PVV degradeerde tot een fletse middenmotor, sprong ik een gat in de lucht. Mijn avond kon niet meer stuk. Lang leve Mark!